Wat is de bedoeling?
1. Je begint de opdracht met een korte uitleg over wat je gaat maken en waarom. Je beantwoord in je uitleg in ieder geval de volgende vragen:
- Wat vind jij mooi aan een gebouw en waarom?
- Welke gebouwen in jouw omgeving vind jij bijzonder?
- Zou jij zelf iets willen ontwerpen? Voor wie en waarom?
- Past een gebouw bij de tijd waarin het is gemaakt?
2. Je kiest 1 van de onderstaande opdrachten om te maken.
3. Je sluit de opdracht af met een reflectie. Je schrijft een stukje tekst (200 woorden) waarin de reflectievragen die bij de opdracht staan worden beantwoord.
4. Zorg dat alle 3 de onderdelen op de architectuurpagina te zien zijn van jouw portfolio. Maak foto’s van je proces en van je eindwerk. Pas als alles op je pagina staat kan de docent je werk beoordelen, eerder is de opdracht dus niet af.
Tip: kijk om je heen!
Let onderweg op gebouwen. Je ziet vaak meer dan je denkt. Maak foto’s, vergelijk vormen, stel vragen. Architectuur is overal, je hoeft het alleen maar te zien!
KIES JE OPDRACHT
1. Mijn droomplek
Maakopdracht
Opdracht: Ontwerp je eigen ‘droomplek’: een ruimte waar jij je helemaal prettig voelt.
Doel: Leren nadenken over hoe gebouwen invloed hebben op hoe je je voelt.
Werkwijze:
• Maak een schets of collage van je droomplek (binnen- en/of buitenkant).
• Werk eventueel in 3D met karton, klei of digitaal (bijv. Tinkercad).
• Maak schetsen: waarom deze vorm, kleuren, functies?
Reflectievragen:
Beantwoord de volgende vragen na het afronden van de opdracht:
- Wat heb je ontworpen en waarom past dit bij jouw ‘droomplek’?
- Wat vond je leuk of lastig aan het maken van deze opdracht?
- Welke keuzes heb je bewust gemaakt qua vorm, kleur of inrichting?
- Wat zegt jouw ontwerp over wat jij belangrijk vindt in een ruimte?
CKV-doelen: Verbeelden, maken, reflecteren, betekenisgeving.
CKV-doelen: Waarnemen, ervaren, verkennen.
2. Architectuur in muziek en film
Belevingsopdracht
Opdracht:Kies een videoclip of filmscène met opvallende gebouwen en onderzoek de sfeer.
Doel: Leren kijken naar gebouwen en de omgeving.
Werkwijze:
- Beschrijf: wat voor sfeer roept de architectuur op?
- Wat als de scène in een ander gebouw zou zijn gefilmd?
- Maak een eigen set-ontwerp (3D, schets of collage).
Reflectievragen:
Beantwoord de volgende vragen na het afronden van de opdracht:
1. Welke videoclip of film heb je gekozen en waarom?
2. Wat viel je op aan de sfeer die het gebouw of decor gaf?
3. Hoe heb je dat in je eigen ontwerp verwerkt?
4. Wat heb je geleerd over de invloed van architectuur op sfeer?
3. Architectuur voor een dag
Wicked mini challenge
Opdracht: Ontwerp een tiny house, buurtcentrum, sportplek of schoolplein voor een specifieke doelgroep.
Doel: Ontdekken hoe architectuur ook sfeer bepaalt in andere kunstvormen.
Werkwijze:
- Werk alleen of in duo’s.
- Presenteer het ontwerp als maquette, collage of tekening.
- Leg uit: waarom is dit gebouw belangrijk? Wat maakt het goed?
Reflectievragen:
Beantwoord de volgende vragen na het afronden van de opdracht:
1. Voor wie heb je het gebouw ontworpen en waarom?
2. Wat maakt jouw ontwerp speciaal of uniek?
3. Hoe hebben jullie samengewerkt in het groepje?
4. Wat zou je volgende keer anders doen als architect?
CKV-doelen: Verkennen, beleving, betekenisgeving.
CKV-doelen: Verkennen, verbinden, onderzoeken, betekenis geven.
4. De geschiedenis van een gebouw
Onderzoeksopdracht
Opdracht: Kies een gebouw in jouw buurt met geschiedenis en onderzoek het verleden en heden.
Doel: Begrijpen dat gebouwen een verhaal vertellen.
Werkwijze:
- Zoek op wanneer en waarom het is gebouwd.
- Wat is de functie nu? Wat vinden mensen ervan?
- Maak een poster of digitale presentatie met foto’s, info en een persoonlijke mening.
Reflectievragen:
Beantwoord de volgende vragen na het afronden van de opdracht:
- Welk gebouw heb je onderzocht en waarom?
- Wat heb je geleerd over de geschiedenis en betekenis ervan?
- Hoe heb je jouw bevindingen gepresenteerd?
- Wat vond je interessant of verrassend tijdens dit onderzoek?
